GroenLinks

Op het gebied van buitenlandbeleid neemt GroenLinks een kritische houding ten opzichte van Israel in. In het verkiezingsprogramma staat: ‘In het Israëlisch- Palestijnse conflict streven we naar een rechtvaardige tweestatenoplossing. Daartoe moeten beide partijen zich houden aan het internationaal recht en stoppen met geweld en mensenrechtenschendingen. We maken ons hard tegen het disproportionele geweld en de intimidatie door Israël, de annexatie van Palestijns grondgebied door de bouw van nederzettingen en de economische belemmeringen, die de Palestijnen hard raken en duurzame vrede in de weg staan. Nederland erkent Palestina als staat, zoals inmiddels 138 andere landen.’
GroenLinks raakte in opspraak toen op een partijcongres een motie werd aangenomen die oproept tot de inzet tegen verboden op de BDS-boycotbeweging tegen Israel – wat door sommigen werd gezien als het scharen achter BDS door GroenLinks. Dit werd echter met klem ontkend: in een statement liet de partij weten dat de motie slechts als doel had de vrijheid van meningsuiting te beschermen. ‘Sterker nog: GroenLinks is niet voor een boycot van Israel’, aldus de verklaring. Later noemde GroenLinks-buitenlandwoordvoerder Bram van Ojik in een interview met het tijdschrift van de religiewerkgroep van de partij een boycot tegen Israel enerzijds “niet verstandig”, maar anderzijds “verdedigbaar”.
Bij monde van Kathalijne Buitenweg en Nevin Özütok vroeg Groenlinks meermaals in de Tweede Kamer om aandacht voor de aanpak van antisemitisme. De partij werkte samen met D66 en de PvdA om inzet van gespecialiseerde rechercheurs op het gebied van discriminatie mogelijk te maken. Nadat GroenLinks zich achter de Werkdefinitie Antisemitisme van de International Holocaust Remembrance Alliance stemde, probeerde een deel van de leden bij een partijcongres door middel van een motie de partij zich tegen de IHRA-definitie te laten keren. Een meerderheid van het congres ging hier echter niet in mee.